‘Als overheden doen wat nodig is, gaan ondernemers doen wat mogelijk is.’

De Emissievrije Asfaltset

Het afgelopen anderhalf jaar hebben de provincies Overijssel, Gelderland, Drenthe, Flevoland, Groningen en Friesland, Rijkswaterstaat en zo’n 20 marktpartijen onderzocht wat nodig is om gezamenlijk tot een emissievrije asfaltset te komen in Noordoost Nederland. Dit in een samenwerkingsvorm die voor alle partijen meerwaarde oplevert. Dit heeft veel kennis en inzichten opgeleverd en wordt nu vervolgd.

Bij het grootste deel van de opdrachten in de infrasector fungeert de overheid als opdrachtgever, daarom ligt daar de kans om voor een langjarige, uniform een consistente aan pak kiezen met, naast inkoopeisen, ook een strategisch inkoopinstrument, waarmee koplopers worden beloond en andere bedrijven mee gaan bewegen. Dat resulteert in een perspectief, waardoor ondernemers gaan doen wat mogelijk is, namelijk investeren in schoon en emissieloos bouwen.

Overhandiging eindrapport

Op initiatief van de provincies Overijssel en Drenthe wordt daarom in 2023 een vervolg gegeven aan de aanbeveling binnen het Kennisprogramma van het Vakberaad Beheer en Bouw, het samenwerkingsverband van de 12 provincies op het gebied van de infrastructuur, zodat gezamenlijk dat perspectief kan worden gegeven en een strategisch inkoopinstrument wordt ontwikkeld.

Donderdag 9 februari om 15.00 uur is tijdens de Infra Relatiedagen in Hardenberg het eindrapport overhandigd van het programma De Emissievrije Asfaltset aan de gedeputeerde Nelleke Vedelaar (Drenthe) en aan Peter Gelink en Roel van den Berg (Bouwend Nederland) als vertegenwoordigers van de markt. Voorafgaand aan de overhandiging worden deze resultaten en het vervolg gepresenteerd.

Transitie naar schoon en emissievrij bouwen

‘Als overheden doen wat nodig is, gaan ondernemers doen wat mogelijk is’ is een uitspraak van Thomas Rau, daar waar het gaat om de transitie naar een circulaire economie. ‘Deze uitspraak gaat voor de infrasector ook op bij de transitie naar schoon en emissievrij bouwen’, benadrukt Jan Wienk. Hij is betrokken bij Stichting Pioneering, het platform waar verbinding wordt gelegd tussen bedrijfsleven, overheid, onderwijs en kennisinstellingenwaar het gaat om de leefomgeving, én hij is kartrekker van het programma De Emissievrije Asfaltset. “We hebben een aantal belangrijke conclusies kunnen trekken en van daaruit goede aanbevelingen kunnen doen, die helpen bij het versnellen van de transitie naar schoon en emissieloos bouwen”, aldus Wienk.

Technisch gezien is er al veel mogelijk en de ontwikkelingen blijven doorgaan. Er zijn bedrijven die bestaande dieselmachines ombouwen naar elektrisch of waterstof en producent en beginnen steeds vaker nieuw emissievrij asfaltmaterieel vanaf de fabriek te leveren. Goede ontwikkelingen, maar toch is dat alleen niet genoeg. De energievoorziening voor deze materieelstukken is nog niet toereikend. Daarvoor moet de infrastructuur op orde worden gebracht. Een grote uitdaging, waar de overheid een belangrijke rol in speelt. De verscheidenheid in de deelnemende bedrijven aan het programma zorgt ervoor dat het idee om gezamenlijk emissievrij asfaltmaterieel in Noordoost Nederland te exploiteren erg ingewikkeld is. Het grootbedrijf loopt dikwijls voorop bij het ombouwen of vervangen van hun asfaltmaterieel en publiceren daar ook uitgebreid over. En het MKB, dat doorgaans de focus op de langeretermijn heeften daardoor wat behoudender lijkt. Logisch, want de investeringen in emissievrij materieel zijn fors en werken kostprijsverhogend. Deze verschillende benaderingen laten zien dat alleen door perspectief en samenwerking een emissievrije asfaltset gerealiseerd kan worden.

Meer weten? Neem contact op

Gerelateerde projecten

Lees het laatste nieuws