Column: dobberend de storm in

Dobberend de storm in

Ik ben een beelddenker. Een metaforische visualisatie helpt me vaak om ridicule situaties te relativeren of juist ongenuanceerd uit te leggen aan anderen.

Zo’n vijf jaar geleden, in de tijd dat gemeenten de regie over de verduurzaming van de gebouwde omgeving toegespeeld kregen, was ik nog werkzaam bij de provincie. Verduurzaming van de gebouwde omgeving mijn hoofdtaak. Met alles wat ik wist kon ik niet anders dan concluderen dat gemeenten te weinig middelen, beschikbare uren én kennis hadden voor die enorme taak – zeker de kleinere gemeenten. Het beeld dat in mij opkwam was dat van een Rijksoverheid die gemeenten een paar slippers en een wandelstok uitdeelden en de Mount Everest (of de K2, dat is om het even) opstuurden. En wat schetste mijn verbazing? Ze gingen massaal op pad, gedoemd te stranden nog voor het eerste basiskamp was bereikt. Geen zware protesten, geen zware en volhoudende eis om een betere uitrusting. Werkweigering was hier wel op zijn plaats geweest. Een poging om middelen, kennis en organiserend vermogen vanuit het provinciehuis naar de lokale overheden te organiseren strandde vlak voor de kust op de klippen van de interne organisatie en vooral het politiek bestuur. Het bleek toch te ingewikkeld en vooral vernieuwend.

Toen ik onlangs meerdere keren las over de wens onder gemeenten om meer verplichtend te kunnen optreden, ontstond bij mij een nieuw beeld. Starend uit het raam waarvoor ik thuiswerk zag ik een klein bootje voor me, rustig dobberend op de grote oceaan van de tijd. Zonnetje erbij, niets aan de hand. Het bootje ligt er al jaren lekker te genieten. Ver aan de horizon is een diepdonkere streep te zien, vrij onheilspellend. Maar ver weg, dus niets om je zorgen over te maken.

Dit rustieke plaatje – dat ontspannen bootje – staat voor de overheden, marktpartijen, corporaties en netbeheerders in Nederland in de afgelopen, zeg, tien jaar. Allemaal zien ze de storm naderen; de urgente opgave om met grote spoed en daadkracht de energietransitie in te zetten. De verduurzaming van onze steden en dorpen wordt met recht de grootste verbouwing van Nederland genoemd. Iedereen heeft een rol, ieder instituut een gedeelde verantwoordelijkheid. Maar we besluiten ons niet voor te bereiden op de storm. We dobberen rustig voort en trekken af en toe een zeiltje strak.

De oceaan is nog stil. We denken dat we het ons kunnen veroorloven om de opgave nog enkele politieke cycli vooruit te schuiven. Netbeheerders (de een meer dan de ander) zitten achterover, wachten af en doen alleen dat wat hoog nodig is. Het net is nu al overbelast en de energietransitie moet nog op stoom komen. Ontelbaar veel initiatieven moeten noodgedwongen worden gestaakt of uitgesteld. Nieuwe, vaak lokale of marktinitiatieven op gebied van wet- en regelgeving, financiële instrumenten of toegepaste techniek worden in de kiem gesmoord of dusdanig beïnvloed dat het geen gevaar vormt voor bestaande verdienmodellen en machtsposities. Vooruit denken en werken zit er niet in. En toch komt die storm dichterbij, langzaam maar zeer zeker. We zitten nu op 10 jaar afstand.

In 2030 zullen we ons allemaal realiseren dat er veel te weinig is gebeurd en dat het inmiddels te laat is om het nog te redden voor 2050. Over tien jaar realiseert de overheid (in algemene zin) zich dat ze hebben gefaald en gaat in allerijl aan de slag, met alle mogelijke middelen. Er ontstaat een onuitgesproken vorm van paniek, die zich zal vertalen in opportunistisch beleid, harde ingrepen en een directief beleid. Je kan het zo uittekenen. Zie je het voor je? In twintig jaar miljoenen huizen en bedrijven in tienduizenden wijken en bedrijventerreinen. De storm is daar. Te weinig mensen om het werk te verzetten, te weinig materiaal om de verbouwing af te ronden, logistiek is het onplanbaar geworden, weerstand en protest onder de bevolking, wet- en regelgeving wordt kortcyclisch en weinig doordacht aangepast, rechtzaken volgen elkaar in rap tempo op. De perfecte storm.

Er gebeurt nu simpelweg te weinig, alleen we hebben niet de ballen om dit hardop te erkennen. Gelukkig is er een rechterlijke macht die voor Nederland durft op te komen. De klimaatzaak en de rechtszaak tegen Shell zijn hier exponenten van. Ik voorspel dat netbeheerders snel aan de beurt zullen zijn. De complete chaos van de transitie nadert met rasse schreden.

Helaas gaan we ook met een ander fenomeen te maken krijgen. Doordat overheden en instituten jaren lang de ultieme vorm van passiviteit hebben tentoongespreid, is kostbare tijd verloren gegaan. En de oplossing zal zijn het vingertje naar de burgers en bedrijven. De roep om meer verplichtend te kunnen optreden wordt almaar luider. Het is afwenteling met een hoofdletter A van de eigen verantwoordelijkheid met hoofdletters E en V.

Eerder al riep ik op tot kritische zelfreflectie bij overheden en andere instituten. Wat doe je nu werkelijk zelf? Zijn de reeds behaalde resultaten wel zo goed? Waar is het proactief inspelen op de uitdagingen van de toekomst? Het is tijd om ons in rap tempo voor te bereiden op de storm die komen gaat. Ook al raakt die pas onze opvolgers.

Door Freek Kranen, Thema-pionier Energietransitie

Meer weten? Neem contact op

Gerelateerde projecten

Lees het laatste nieuws