De bouw- en infrasector maken stappen naar een circulaire economie. Organisaties die vooroplopen in de transitie moeten horde na horde overwinnen. Soms lijkt het onbegonnen werk. Toch zijn er voorbeelden die aantonen dat het wél kan. John Wermink van Falco vertelt over de bouw van een circulaire milieustraat voor de gemeente Rotterdam waarin hij samen met Roelofs te werk ging.
Door een andere werkwijze te hanteren voor dit project, kwam er ineens wel ruimte voor circulariteit. In de huidige gang van zaken wordt straatmeubilair in de meeste gevallen laagwaardig gerecycled. Op dat moment is het meubilair enkel nog zijn vernietigingswaarde waard.
Casus milieustraat Rotterdam
Twee jaar geleden ontving Falco de vraag van de vraag van Roelofs naar circulaire fietsenstandaarden en overkappingen voor een volledige circulair in te richten milieustraat in Rotterdam, maar op dat moment had Falco de gevraagde producten niet op voorraad. Vanaf dat moment gingen beide partijen samen op zoek naar een oplossing.
Gelukkig kwam de vraag op tijd, het project in kwestie stond gepland voor oplevering in 2024. Hoe eerder er in het proces wordt nagedacht over keuzes als circulariteit en duurzaamheid, hoe groter de kans is dat het slaagt. Wanneer er al bij de initiatieffase gedefinieerd is dat het project circulair moet worden ingevuld, kan hier al met het ontwerp rekening gehouden worden.
Voor dit project werd hetgeen wat op voorraad was geleverd en de zoektocht naar de overige producten werd gestart. Medio ‘23 bood Dura Vermeer als mededeelnemer van de CIRCO Track zich bij Falco aan met een drietal overkappingen. Na goedkeuring door Roelofs en de architect werden de overkappingen teruggenomen en opgeknapt voor hergebruik.
Gebrek aan voorbereidingstijd maakt circulariteit onmogelijk
Echter is de realiteit vaak anders. Opdrachtgevers die vragen om gebruikte producten om ze nog de volgende week geleverd te kunnen krijgen moeten vaak worden teleurgesteld. Het aanbod refurbished producten is zeer beperkt omdat vrijkomende objecten als straatmeubilair, prullenbakken en fietsenstallingen niet of nauwelijks hun weg terugvinden naar de producent. Bij sloop of herinrichting vervallen deze producten doorgaans aan de aannemer, die ze regelrecht naar de stort brengt, recycled of af en toe zelf te koop aanbiedt. Een gemiste kans vindt Wermink.
Snel veranderen vraagt om onderlinge kennisdeling
John onderstreept het belang van kennisdelen. Zelf benaderen ze actief concurrenten en andere spelers in de markt. “Je loopt toch vaak tegen dezelfde problemen of hebt te maken met dezelfde wet- en regelgeving. Door onderling meer kennis te delen kunnen we leren van elkaars fouten en sneller stappen maken naar een circulaire economie.”
Op de beurs en bij opdrachtgevers, overal waar hij kwam hoort hij hetzelfde: Iedereen vulde zijn idee van een circulaire economie zelf in met als gevolg voldoende initiatieven maar geen samenhang. “Ons idee van een circulaire economie is er een van samenwerking.”