Er is een groot tekort aan betaalbare, duurzame en circulaire woningen in Nederland en dit vraagt om de adoptie van innovatieve oplossingen voor de woningsector. De innovatieroutekaart in de woningsector is echter geplaveid met talloze innovaties die in de markt niet op grote schaal zijn toegepast. Om hier verandering in aan te brengen, is een veel beter inzicht nodig in de variabelen en mechanismen die de adoptie van innovatie kunnen stimuleren of belemmeren. Het promotieonderzoek van John van Oorschot, dat hij op 25 november 2020 heeft verdedigd aan de Universiteit Twente, gaat in op de mogelijkheden om de adoptie van innovaties in de woningbouw substantieel te verhogen.
De uitdaging
De woningbouw staat momenteel voor een groot aantal uitdagingen. Denk eens aan de toenemende vraag naar betaalbare huisvesting, de groeiende arbeidskrapte in de bouw en een onevenredig grote belasting van het milieu door de bouw. Om deze uitdagingen het hoofd te bieden zijn substantiële innovaties nodig die uiteenlopen van het toepassen van nieuwe bouwmaterialen tot compleet nieuwe huisvestingsoplossingen. Om als bouwer van deze innovaties te kunnen profiteren, is het wel van belang dat deze op grote schaal kunnen worden toegepast.
Ondanks grote inspanningen om innovaties in de woningbouw geïmplementeerd te krijgen, blijken belangrijke opdrachtgevers in de woningbouw vaak nog steeds wat terughoudend te zijn om deze innovaties ook op grote schaal te omarmen. Veel innovaties worden slechts op kleine schaal toegepast en verspreiden zich in de markt vaak niet verder dan hun demonstratiestatus. Het blijft daarom een uitdaging om innovaties op brede schaal toegepast te krijgen in de woningbouw. Het blijkt vaak moeilijk te zijn om af te stappen van overbekende, al decennia toegepaste bouw- en uitvoeringstechnieken. Een belangrijke vraag is daarom: hoe kunnen we de adoptie en diffusie van belangrijke innovaties in de woningbouw versnellen en verhogen?
Onderzoek
John van Oorschot deed hiertoe onderzoek naar de mechanismen die de adoptie van verschillende soorten innovaties beïnvloeden. Met een door hem ontwikkeld model kunnen de mogelijke adoptie van innovaties in de woningbouw beter worden voorspeld en verklaard. In zijn onderzoek heeft John van Oorschot verder onderzocht welke belangrijke verschillen er bestaan tussen de diverse aanbieders van woningbouwconcepten. Uit dit onderzoek bleek dat succesvolle aanbieders zich weten te onderscheiden van de niet-succesvolle, door de wijze waarop zij hun acquisitie, ontwerp en realisatieproces weten vorm te geven en te managen. Voor het behouden van een leidende marktpositie, blijken de succesvolle bouwers in staat om tijdig in te spelen op een veranderende marktvraag. Zij zijn daarbij in staat om hun innovaties tegen relatief lage bouwkosten te realiseren en ook nog verder te ontwikkelen.
Omdat woningen steeds meer modulair worden ontwikkeld, heeft John van Oorschot ook onderzocht wat belangrijk is voor de adoptie van modulaire innovaties. Hij heeft hierbij gekeken naar de mogelijke adoptie van modulaire innovaties zoals dak-systemen waarbij de zonnepanelen al in de fabriek worden geïntegreerd met het dak-systeem, van in de fabriek compleet ontwikkelde en gefabriceerde badkamers en de ontwikkeling en introductie van intelligentie klimaatsystemen. Voor deze modulaire innovaties blijkt dat een nieuw concept niet alleen vooraf goed moet worden afgestemd met alle partners in de toeleveringsketen, maar dat dit ontwerp ook moet passen binnen het beoogde ontwerp en realisatieproces van de woningen.
De in het proefschrift ontwikkelde en beschreven inzichten op het gebied van de adoptie van innovaties in de woningbouw zullen hopelijk kunnen bijdragen aan het verhogen van de relatief lage adoptiegraad van innovaties in de woningbouw en daarnaast helpen om het tekort aan betaalbare, duurzame en circulaire woningen in Nederland verminderen.