Op maandag 22 januari 2024 presenteerde drie groepen studenten van Hogeschool Saxion hun onderzoeksopdrachten op het Symposium circulaire infra. Binnen het programma Smart Building komen studenten van verschillende opleidingen samen om te werken aan een complex vraagstuk vanuit de overheid. Door samen hier mee bezig te gaan leren studenten van elkaar en van elkaars perspectieven.
De studenten die presenteerden namen deel aan de learning community ‘Innovation of Infrastructure and Construction for a Circular Economy’.
Van beperkt naar onbeperkt
De bijeenkomst startte met een introductie van Jan Wienk van Pioneering over het programma Infra FutureLabs. Jan benadrukte dat het verkrijgen van primaire grondstoffen steeds ingewikkelder wordt. Sterker nog, op een gegeven moment zal dit haast niet meer mogelijk zijn. Jan legde uit dat we leven in een gesloten systeem waarin alles beperkt is. Daarmee is de uitdaging die voor ons ligt “Hoe kunnen we iets dat beperkt is onbeperkt benutten?” Om dat te doen moeten we werken aan een nieuw systeem in plaats van ons bezig te houden met het optimaliseren van het huidige systeem. Alleen dan zullen we echt doen wat nodig is.
Onderzoeksopdracht Pioneering | Volwassenheidsmeting Circulair en duurzaam aanbesteden
De eerste onderzoeksopdracht die gepresenteerd, ging over een volwassenheidmeting voor circulair en duurzaam aanbesteden. Stichting Pioneering stelde de uitvraag was om meer inzicht te krijgen in de mate waarin duurzaamheid, circulariteit en impact op het klimaat een rol spelen bij aanbestedingen bij overheidsinstanties. Om dit te onderzoeken gebruikten de studenten het Maturity Model en het DMAIC-model. Het DMAIC-model is een stappenplan om de kwaliteit van resultaten van bedrijfskundige processen te verbeteren.
De studenten stelden zes graadmeters op voor duurzaam aanbesteden. Vervolgens namen ze interviews af met gemeentes om te meten hoever deze graadmeter terugkomen in hun aanbestedingsprocessen. De graadmeters die de studenten gebruikten waren: (1) milieu impact van gebruikte materialen, (2) energiegebruik en uitstoot van broeikasgassen, (3) hergebruik van bestaande materialen, (4) modulariteit en demontage mogelijkheden, (5) onderhoudbaarheid van civiele werken en (6) levensduur van civiele werken.
Onderzoeksopdracht Provincie Overijssel | Grondstofstromen Overijssel
De tweede onderzoeksopdracht kwam vanuit Provincie Overijssel en ging over de grondstofstromen in Overijssel. Er is een gebrek aan informatie over het provinciale wegennetwerk in Overijssel. Met hun onderzoek probeerden de studenten een antwoord te vinden op de vraag: Wat is de omvang van de materialen die worden gebruikt in het gemeentelijk wegennetwerk van de Provincie Overijssel?
Om de informatiekloof te dichten, voerden de studenten een 0-meting uit. Als onderzoeksmethode gebruikten zij de Design-Thinking methode. De studenten benaderde in totaal 40 gemeentes, waarvan 7 hen gegevens stuurden waarmee zij een dashboard konden maken. Hierin verwerkten zij data, zoals de gebruiksfunctie en het verhardingstype van het wegdek. De studenten merkten op dat er gegevens ontbraken en dat de materiaalgegevens nauwkeuriger moeten worden bijgehouden.
Onderzoeksopdracht | Circulaire Hub Twente, materialenhub Twente
De derde presentatie ging over het maken van een circulaire hub voor bouwmaterialen. Door middel van een hub met gebruikte materialen, moet het makkelijker worden om grondstoffen her te gebruiken. De studentengroep ging aan de slag met de vraag: Hoe kan een circulaire hub optimaal functioneren om bij te dragen aan de klimaatdoelstellingen voor 2050?
De studenten concludeerden dat niet alle materialen die gebruikt worden in de openbare ruimte geschikt zijn om op te slaan. Er is veel welwillendheid onder mensen en organisaties om meer her te gebruiken, er ontbreekt echter nog ruimte en expertise om dit in de praktijk mogelijk te maken. De studenten adviseerde dat wanneer er een overkoepelende organisatie is die de administratie verzorgd, dat al meer mogelijkheden zal bieden.